Ecclesia Online Bijbelschool

  • Home
  • THEOLOGIE
  • Les 3 - JEZUS CHRISTUS
  • HET OUDE TESTAMENT
  • Het Nieuwe Testament
  • Algemene Kerkgeschiedenis
  • Bijbelstudie Methodiek
  • Kerkleiderschap
  • Homiletiek
  • Pastorale zorg
  • Bibliotheek
  • Kinderwerk
  • Studenten Info
  • Contact Us
  • Servey
  • Inleiding tot Het Nieuwe Testament
  • Boeken van het Nieuwe Testament
  • Openbaring van Johannes
  • Antwoord Gesprekvragen bij Romeinen
  • Tentamen NT - Mattheus - Handelingen
  • Tentamen - NT - De Brieven

Het Nieuwe Testament

Deel 1: Inleiding in het Nieuwe Testament (PDF)

Deel 2: Boeken van het Nieuwe Testament (PDF)

Deel 3: Het Nieuwe Testament (PDF versie)

Het Nieuwe Testament is het tweede deel van de Bijbel. Het bestaat uit 27 Bijbelboeken. In deze boeken wordt verteld over Jezus en de eerste christenen. Ze zijn geschreven tussen het jaar 50 en 125 na Christus, in de tijd van het Romeinse rijk. Hier kun je meer leren over de volgorde in het Nieuwe Testament.

De evangeliën en Handelingen

Aan het begin van het Nieuwe Testament staan vier boeken die ‘evangelie’ worden genoemd. Het woord evangelie betekent: goede boodschap. De goede boodschap is het nieuws dat God zijn Zoon Jezus naar de wereld gestuurd heeft. Hij is gekomen om de mensen te redden. De vier evangeliën zijn genoemd naar de mensen die de verhalen over Jezus hebben opgeschreven. Volgens de traditie zijn dat: Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Alle vier vertellen ze op hun eigen manier het goede nieuws over het leven van Jezus, zijn sterven en zijn opstanding.

Het boek Handelingen gaat over de tijd na de dood en de opstanding van Jezus. Het vertelt over de eerste christelijke gemeentes. Handelingen laat zien hoe steeds meer mensen in het Romeinse rijk in Jezus gaan geloven.

De brieven

In het Nieuwe Testament staan veel brieven. De meeste brieven zijn van Paulus. Paulus schreef deze brieven aan gemeentes van volgelingen van Jezus, of aan mensen die hij op zijn reizen had ontmoet. Daarin bespreekt hij dingen die voor hem en voor die gemeente belangrijk zijn.
Bij een aantal brieven in het Nieuwe Testament staat een andere afzender dan Paulus. Er is één brief van Jakobus, de broer van Jezus en één brief van Judas, een andere broer van Jezus. En er zijn twee brieven van Petrus, een leerling van Jezus. Of die mensen deze brieven ook werkelijk geschreven hebben, weten we niet. In de brief aan de Hebreeën staat niet wie hem geschreven heeft. We weten dus niet wie de afzender is. Ook in de drie brieven van Johannes staat geen naam van een afzender.

Openbaring

Het laatste boek van het Nieuwe Testament heet Openbaring. De schrijver van dit boek wil de christenen aan wie hij schrijft, moed geven. Ze moeten de Romeinse keizer niet als een god vereren. Ook als ze vanwege hun christelijke geloof vervolgd worden, moeten ze proberen vol te houden. Het is nu nog moeilijk, en er zullen nog ergere dingen gebeuren. Maar straks zal alles anders worden. Dan komt Gods nieuwe wereld.

NBG

De vier Evangeliën

Deel 1

Waarom heeft God het noodzakelijk gevonden om het leven van de Heere Jezus Christus door vier evangelisten in de Bijbel te laten optekenen. Ogenschijnlijk gaat het over dezelfde dingen en gebeurtenissen in Zijn leven. Maar als men wat verder kijkt en studeert en rubriceert wordt al snel duidelijk dat er grote verschillen zijn. 

De grootheid van de Persoon van de Heere Jezus Christus is nauwelijks in woorden te vatten. Hij is niet alleen het vleesgeworden Woord maar nog zo veel meer. Hij wordt in het Oude Testament al vaak aangekondigd en daarin zien we een aankondiging van Zijn veelzijdige persoonlijkheid. De profeten Zacharia en Jesaja kondigen Hem bijvoorbeeld op verschillende manieren aan:

Zacharia 9:9    Zie, uw Koning.

Jesaja 42:1     Zie, Mijn Knecht.

Zacharia 6:12   Zie, een Man - Zijn naam is spruit- zal uit Zijn plaats uitspruiten.

Jesaja 40:9     Zie, uw God. 

Deze vier-voudige aankondiging van de Messias vinden we terug in de vier Evangeliën.

1. Mattheüs - Hierin wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Koning.

Zacharia 9, vers 9: “Verheug u zeer, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Zie uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een heiland, arm, en rijdend op een ezel, op een ezelsveulen, het jong van een ezelin.”

Mattheüs beschrijft Hem als de (beloofde) Koning en Hij kwam inderdaad op een (geleende) ezel. Er wordt 55x over het Koninkrijk gesproken in dit Evangelie (het Griekse woord ‘Basileia’ kan zowel met Koninkrijk als met Koningschap vertaald kan worden). In de toekomst zal Hij rijden op een wit paard volgens Openbaring 19. 

2. Markus - Hierin wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Diensknecht.
Jesaja 42, vers 1: “Zie, Mijn Knecht, Die Ik ondersteun, Mijn Uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft. Ik heb Mijn Geest op Hem gelegd.”
De schrijver heet eigenlijk volgens Handelngen 12:12 Johannes Markus en behoort niet tot de twaalf apostelen. Dit Evangelie is de kortste van de vier, maar beschrijft wel de meeste gebeurtenissen. Alles speelt zich af in en rond Galilea, hoewel Kapérnaüm als Zijn thuisbasis gold. De Heere Jezus zegt in Markus 10:45 “Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.”

3. Lukas - Hierin wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon des mensen.
Zacharia 6, vers 12: “Zo zegt de Heere van de legermachten: Zie, een Man - Zijn Naam is Spruit- zal uit Zijn plaats opkomen. En Hij zal de tempel van de Heere bouwen.”
Dit Evangelie is de meest uitgebreide van alle vier en Lukas beschrijft de Heere Jezus als de volmaakte mens. De omstandigheden en gebeurtenissen rondom Zijn geboorte worden hier het meest uitvoerig beschreven en Zijn besnijdenis en Zijn bezoek als twaalfjarige aan de tempel worden ook alleen in dit Evangelie beschreven.
 

4. Johannes - Hierin wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon van God.
Jesaja 40, vers 9: “Zeg tegen de steden van Juda(!): Zie uw God.”
Dit Evangelie begint met uitvoerig aan te geven dat hier sprake is van Iemand Die er in het begin al was. Er wordt niets gemeld over Zijn geboorte of opgroeien, maar Johannes 1 beschrijft Hem als Degene door Wie de wereld is ontstaan (vs. 10). Johannes 1:14 zegt: “Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond…” en vers 16: “En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade op genade.”
Het is glashelder. Hier wordt gesproken over de Goddelijke Majesteit die genade geeft; iets wat de mensheid van Godswege zo broodnodig had en heeft.
De eerste keer dat de Heere Jezus genoemd wordt als mens is in Johannes 1:29. Hij is dan al volwassen en wordt door Johannes (de doper) aangewezen: “Zie het Lam van God, dat de zonden van de wereld wegneemt.” Alles wat te maken heeft met de Goddelijkheid van de Heere Jezus vinden we in dit Evangelie.

Bovenstaande diversiteit is algemeen bekend, maar vraagt om verder studie.
Volgens Filippenzen 1:10 moeten wij als gelovigen “…onderscheiden wat wezenlijk is, opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus.”
En 2 Timotheüs 2:15 zegt: “Beijver u om uzelf welbeproefd voor God te stellen, als een arbeider die zich niet hoeft te schamen en die het Woord van de waarheid recht snijdt.”
De Bijbel moet dus van God ‘recht gesneden’, oftewel op de juiste wijze verdeeld worden. Hebreeën 1, vers 1: “Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.”

De overeenkomsten

Alle vier Evangeliën gaan vanzelfsprekend over het leven van de Heere Jezus Christus. Maar aangezien Israëls Messias niet zomaar een mens was, maar het vleesgeworden Woord, kun je deze persoon ook niet alleen maar als mens beschrijven. Het is niet alleen maar de levensbeschrijving van Iemand Die in Bethlehem geboren werd en op Golgota stierf, maar ook de bekendmaking van een groot deel van Gods plan.
Net zoals de 140 verschillende benamingen en titels van het Heere Jezus in het Nieuwe Testament nooit volledig Zijn Persoon en werk kunnen vastleggen, net zomin kunnen ook de vier Evangeliën volledig zijn in de omschrijving van de Persoon van de Heere Jezus Christus en Zijn werk.
Maar we zijn er blij mee, want dit is wat God ons in Zijn liefde gegeven heeft en hier moeten we het mee doen en we hebben er onze handen vol aan.
Hij was Mens en ook de Zoon van God, en ook Dienstknecht-zijn maakte deel uit van Zijn opdracht en Gods plan. Hij is ook de Deur voor de schapen en de goede Herder; en Hij zegt in Johannes 10, vers 30: “Ik en de Vader zijn één.” Hij is het middelpunt van de hele Bijbel en Hij wil centraal staan in ons leven. Daarom willen we Hem ook beter leren kennen. Gods Woord en Zijn hemels plan onderzoeken en ontdekken is prachtig om te doen! Mijn persoonlijke ervaring is, dat ik maar moeilijk kan stoppen als ik heerlijk bezig ben met de Bijbel.

De verschillen

Natuurlijk zijn er ook verschillen. We zullen een aantal aspecten onder de loep nemen:

1.      De geslachtsregisters

2.      De sleutelwoorden of motto’s

3.      Beeldspraak of Gelijkenissen

4.      Het Koninkrijk der hemelen of het Koninkrijk van God

5.      Tekenen, wonderen en krachten

6.      Rede over de laatste dingen

7.      Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u

8.      De geest geven


1. De geslachtsregisters
In het Evangelie naar Mattheüs vinden we het geslachtsregister in hoofdstuk 1:1-17.
Mattheüs 1, vers 1: “Geslachtsregister van Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van Abraham.”
Dit geslachtsregister begint eigenlijk bij de eerste koning David, die een man naar Gods hart was, en met de eerste mens met wie God een verbond sloot en wie Hij beloofde een groot volk te zullen worden (Gen. 12:2).
Daar was ook nog de allereerste koning, Saul, die zijn eigen weg volgde, maar Saul zat ook niet in de geslachtslijn van de Heere Jezus en David wel.
En dan: De Zoon van Abraham. Met Abraham begon alles voor wat betreft de roeping van Israël. Abraham was de eerste Hebreeër, iemand die van de overkant kwam, want dat betekent het woord. Dan volgt het koninklijke geslachtsregister van Koning Jezus. Nadrukkelijk staat er bij: 3 x 14 geslachten.

In het Markus-evangelie komt helemaal geen geslachtsregister voor. Dat hoeft ook niet, want een dienstknecht of slaaf werd voor geld gekocht en je wist als eigenaar nooit wie de voorouders geweest waren en dat was ook niet nodig.

In het Lukas-evangelie, waar de Heere Jezus wordt voorgesteld als de Zoon des mensen, gaat het geslachtsregister daarom niet terug tot Abraham maar tot Adam, de eerste mens. Zie Lukas 3:23-37. Het eindigt met de woorden: “de zoon van Adam, de Zoon van God.”

Hier wordt met ´zoon´ bedoelt: erfgenaam, bouwer. Hij is de volmaakte Mens, de vriend van koningen en hooggeplaatsten, maar ook van het uitschot van de samenleving. Ieder mens kan te allen tijde bij Hem terecht. Hij begrijpt het als geen ander, want Hij was ook mens.

In het Johannes-evangelie wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon van God. Het geslachtregister is dus heel kort en gaat maar over twee Personen: God, de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus, het vleesgeworden Woord volgens Joh.1:14. Johannes 1, vers 50: “Rabbi; U bent de Zoon van God; de Koning van Israël.”

2. De sleutelwoorden
Het sleutelwoord in het Evangelie naar Mattheüs is: Koninkrijk der hemelen.
Deze frase komt uitsluitend in dit Evangelie voor en wel 28 keer. Het is niet een bepaalde manier van spreken van Mattheüs want er wordt in dit Evangelie ook gesproken over ‘Koninkrijk van God’. Dit komt ook 7x voor.

Het sleutelwoord in het Markus-evangelie, waar de Heere Jezus wordt voorgesteld als de Dienstknecht, is het woord: Onmiddellijk (de Statenvertaling heeft hier: ´terstond´).
Dit woord komt 78x voor in het Nieuwe Testament, waarvan 62x in de vier Evangeliën samen en 37x alleen in het Markus-evangelie.
Inderdaad, een slaaf heeft zonder vragen te gehoorzamen en moet ‘onmiddellijk’ komen opdraven als dat van hem verlangd wordt.

Lukas was geen Jood maar behoorde tot de gelovigen uit de heidenen (Kol. 4:11, 14) en hij heeft ook de Handelingen der apostelen geschreven. Hij was medicus en waarschijnlijk in Troas geboren. Het Evangelie naar Lukas bevat veel aspecten die met de heidenen te maken hebben.
Lukas 2, vers 29: “Nu laat U Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw Woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.”
Lukas heeft iets met heidenen en trekt ook zeer getrouw op met Paulus, die de apostel der heidenen is. Hij is zeer getrouw en blijft als enige nog bij Paulus als deze de tweede keer gevangen gezet is: “Alleen Lukas is bij mij” (2 Tim. 4:11). Het motto van het Lukas-evangelie zou dus de ‘heidenen’ kunnen zijn.

Het sleutelwoord in het Johannes-evangelie moet wel zijn het woord: Geloven.
Dit woord komt 11x voor bij Mattheüs, 15x bij Markus, 9x bij Lukas en 99x in het Johannes-evangelie. Natuurlijk, Hij is de Zoon van God en in Hem moet de mens geloven.
Johannes 14, vers 1: “Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij.”
Dit is ook het enige Evangelie waar de Heere Jezus Zichzelf de ´Ik ben’ noemt (Joh. 8:58).
Nog een bijzonderheid in Johannes is het feit dat de Heere Jezus 35x ‘Mijn Vader’ zegt, terwijl dat bij Mattheüs maar 14x voorkomt, bij Markus helemaal niet en bij Lukas slechts 4x.
Het zegt iets over de intieme vertrouwensrelatie tussen de Vader en de Zoon hetgeen ook blijkt uit Johannes 17 wat we ‘Het Hogepriesterlijk gebed’ noemen.
Dit gebed mag ook een zegen zijn voor gelovigen in deze genadetijd omdat het op zo’n unieke manier de liefde en het geloof van de Heere Jezus weergeeft.
Nog een opmerkelijk verschil tussen dit en de andere drie Evangeliën is het voorkomen van het woord ´wereld´. In het Grieks: Kosmos (d.i. alles wat God geschapen heeft). Bij Johannes komt het 79x voor, bij Mattheüs 9x, bij Markus 3x en bij Lukas ook 3x. 
 

3. De gelijkenissen in de vier Evangeliën
Nadat blijkt dat de Joden niet echt geïnteresseerd zijn in de boodschap van de Messias, gaat Hij tot hen spreken in gelijkenissen. Let wel: Hij spreekt niet voor Zijn discipelen, maar voor het volk in gelijkenissen volgens Mattheüs 13:10.
De Heere Jezus is nog maar halverwege Zijn eerste gelijkenis of de discipelen vragen Hem al waarom Hij tot ‘hen’ (= het volk) in gelijkenissen spreekt. De Heere legt dat uit in Mattheüs 13, vers 11: “Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen maar hun is dat niet gegeven.” Zie ook Lukas 4:11-12, Markus 8:10 en Jesaja 6:9-10.
Mattheüs 13, vers 34: “…Dit alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de schare en zonder gelijkenis sprak Hij niets (meer) tot hen, opdat vervuld zou worden het woord gesproken door de profeet…”. Het Griekse woord voor ´gelijkenis´ is: ´parabôle´. Dit woord komt in de eerste drie Evangeliën totaal 46x voor en daar worden ook vele gelijkenissen tot het volk gesproken, maar zo niet in het Johannes-evangelie.
In de eerste plaats komt hetzelfde woord ‘gelijkenis’ in het Johannes-evangelie helemaal niet voor, hoewel er drie keer het woord ‘beeldspraak’ wordt gebruikt in Johannes 10:6, 16:25 en 29.
De enige beeldspraak waarvan het Johannes-evangelie verslag doet is die van de goede Herder en de schapen. Het moge duidelijk zijn dat het hier gaat over de Joden (twee stammen) en dat met de ‘andere’ schapen uit vers 16 de resterende tien stammen van Israël bedoeld worden.
Het woord ‘andere’ is in de grondtekst ´allos´ d.i. ander(s) maar wel gelijksoortig, en niet andersoortig, want daar is een ander Grieks woord voor: ´heteros´.

De evangeliën is een naam voor de vier levensbeschrijvingen van onze Heer Jezus Christus in het Nieuwe Testament. Het evangelie aangaande Jezus Christus is overgedragen op de boeken die het verhaal vertellen van Jezus’ woorden en daden, van zijn lijden, sterven en opstanding. In deze boeken wordt de betekenis van Jezus' leven en werken duidelijk. De boeken van Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes worden daarom "evangeliën" genoemd, ze maken bijna de helft van het Nieuwe Testament uit. 

Het woord Evangelie betekent blijde boodschap, en werd in de dagen van het Nieuwe Testament voor het eerst gebruikt als omschrijving van wat de Heere Jezus gesproken en gedaan heeft tot verlossing van zondaren. Dit Evangelie in engere zin is eerst mondeling verkondigd, en vervolgens onder leiding van de Heilige Geest door de apostelen opgetekend. Zo kreeg het woord Evangelie langzamerhand een ruimere betekenis, en werd de aanduiding van de geschriften, die de blijde boodschap van het heil in Christus als inhoud hebben.  

Het éne Evangelie is ons in vier verschillende geschriften bewaard. Wij spreken gewoonlijk in het meervoud van “de Evangeliën”, en deze benaming is niet onjuist, als men maar in het oog houdt, dat er maar één Evangelie is, het Evangelie van Jezus Christus. De beschrijving van het Evangelie is naar de bedoeling van de Heilige Geest één beschrijving, maar door vier verschillende personen en op vier verschillende manieren. De Evangeliën hebben elk hun eigen gezichtspunt, van waaruit de persoon en het werk van Christus wordt beschouwd, èn hebben elk een eigen doel, omdat elk van de evangelisten een andere groep van lezers voor ogen had, maar allen brengen zij de éne blijde boodschap ter zaligheid. De eenheid van de vier Evangeliën wordt uitnemend in de opschriften weergegeven. Deze luiden telkens: Het Evangelie, niet van, maar naar de beschrijving van Mattheüs,
Markus, Lukas, Johannes. 

In het voetspoor van de kerkleraars in de tijd na de apostelen is men gewoon om onderscheid te maken te maken tussen de eerste drie Evangeliën enerzijds, en het vierde Evangelie aan de andere kant. De eerste drie noemt men dan de Synoptische Evangeliën, omdat deze zo’n eenheid zouden vormen, dat men ze gezamenlijk in ogenschouw nemen en er een overzicht ('synopsis') van maken kan. De beschrijving van Johannes wordt dan wel het geestelijk Evangelie genoemd, omdat daarin meer de goddelijke heerlijkheid van de gekomen Messias op de voorgrond zou staan. 

Deze onderscheiding kan echter niet onvoorwaardelijk worden aanvaard. Wel is waar, dat de eerste drie Evangeliën in hoofdzaak meer het werk van Jezus in Galilea verhalen, en het vierde meer in Judea; en ook kan niet worden ontkend, dat het vierde een eigen karakter draagt, omdat het geschreven werd met het oog op de dwalingen, die er nog niet waren toen de eerste drie werden vervaardigd. Maar niet mag worden vergeten, dat ook in de zgn. Synoptische Evangeliën de goddelijke heerlijkheid van de Heere Jezus uitkomt, Matth. 9 :4v.; 16 :16,17; 22 :41 – 46; Luk. 9 :35, terwijl zij ook onderling verschillen èn in gezichtspunt van waaruit zij Jezus leven en werken beschouwen, èn in het eigen doel, dat elk van de schrijvers voor ogen stond. 

De evangelisten beginnen niet allen de heilige Evangeliehistorie op hetzelfde punt. Lukas vangt zijn verhaal aan met de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper en Jezus; Mattheüs, na het geslachtsregister, met de geboorte van de Messias; Markus, met het openlijk optreden van Johannes de Doper; en Johannes begint – na een voorwoord van 18 verzen, waarin hij de hoge afkomst, het goddelijk voorbestaan van Jezus beschrijft – eveneens met het optreden van Johannes de Doper.

Nieuwe Testament - Christipedia